In de Zaligsprekingen (Matteüs 5, 1-12) schetst Jezus het profiel van zijn leerlingen. Zelf geeft Hij in zijn leven invulling aan wat Hij hun voorhoudt. Herkennen wij onszelf als christenen, als toehoorders en volgelingen van Jezus in die woorden? Hoe hebben de woorden gewerkt in de levens van Jezus’ leerlingen en hoe bezielen ze ons gelovig denken en handelen? We lezen de Zaligsprekingen zorgvuldig en zoeken naar de kracht van deze woorden voor ons leven.