Advent: goed leren kijken

‘Zie, Ik ga iets nieuw beginnen, ja, het ís al begonnen, zie je het niet?’

Advent: goed leren kijken

Kijken is een kunst

Kijken is een kunst. Onze ogen kiezen en bewerken wat ze (willen) zien. Twee mensen die naar hetzelfde kijken, kunnen toch heel verschillende dingen zien. Want we zien vanuit ons hart, onze ziel, ons binnenste. De belangrijke vraag is natuurlijk: zie je wat er echt aan de hand is, wat er werkelijk in je leven toe doet? ‘Zalig de zuiveren van hart’, staat er in het evangelie, ‘want zij zullen God zien’, zij zien waar het op aankomt. Goed zien heeft dus alles te maken met een zuiver hart.

Dichtbij kijken vermoeit. Dat kun je goed merken wanneer je een boek leest of met een fijn priegelwerkje bezig bent. Af en toe moet je je blik ontspannen. Dat doe je door in de verte te kijken, door even niet meer te lezen maar je blik naar buiten te laten glijden. Kijken in de verte ontspant, en maakt je blik weer helder.

In het gewone leven kijken we meestal dichtbij. Veel mensen lopen door hun leven heen met een blik vlak voor hen op de grond gericht, druk en gespannen, alsof ze krampachtig turen naar een ergens verloren muntje van twintig eurocent. Die blik is kort en vermoeiend. Hun ziel -die levensadem van God- verdunt zichzelf tot een klein en bekommerd ik. Ze hebben het druk of maken zich druk: ‘opzij, opzij, we hebben zo’n verschrikkelijke haast.’ Uitwendige drukte die samengaat met innerlijke drukte, waardoor ze bijziend worden. Ze dreigen te vergeten, dat ze ook nog zoiets als een binnenkant hebben. Ze kijken wel, maar zien niet.

Advent

Wanneer je onbevangen om je heen kijkt, kun je merken hoe de tijd vóór Kerstmis altijd een heel gedoe is. Het begint al vroeg, ruim vóór Sinterklaas, zo ongeveer half november. In de etalages verschijnen de eerste kerstartikelen. Er worden allerhande aanbiedingen gedaan: voor kerstreizen, kerstdiners en kerstcadeaus. Er vallen reclames in de brievenbus voor lekkere wijnen, stemmige Cd’s en allerlei sfeerartikelen zoals hulsttakken, kerstballen en spuitsneeuw. Daar is op zich niets mis mee, integendeel, want gezelligheid hoort bij de donkere dagen rond Kerstmis. Maar we kijken dan wel naar heel dichtbij, en zien niet in de verte.

Advent: het woord betekent: aankomst, of nog letterlijker: toekomst. Wat is onze toekomst? We moeten ervoor in de verte kijken, naar achteren én naar voren. Onze toekomst ligt achter ons én voor ons. Met Kerstmis gedenken we de geboorte van Jezus van Nazareth. We vieren zijn geboorte ‘naar het vlees’, toen en toen dus, ooit en lang geleden, achter ons. De datum van 25 december is toevallig en heeft te maken met de verchristelijking van het heidense feest van de zonnewende. Die verchristelijking zei: ‘niks geen zon of zo in het midden, maar de geboorte van de mens naar Gods hart.’ Van díe mens, ooit geboren, geloven wij dat hij niet zomaar een mens is, neen, in hem is duidelijk geworden: ‘naar de geest’ is hij iets van God zelf, een goddelijk mensenkind. En dát kind moet steeds opnieuw in ons en uit ons geboren worden. Wat ooit in Jezus is gebeurd, het ligt vóór ons, het moge ook in ons gebeuren. God die mens wordt: in gerechtigheid, vriendschap, vrede, levenslust en goede verhoudingen, in mensen dus die er voluit voor anderen willen zijn, zo nodig ten koste van zichzelf, zoals Jezus. We zien er naar uit, want dat alles is er nog niet. Maar vaak reiken onze ogen niet ver genoeg of zijn we veel te bijziend.

Kerstmis

Kerstmis, geboorte van een mens, levenslang: een geboorte naar een voluit menselijk leven ‘naar Gods geest.’ Maar ‘hoe kun je zien waar dat gebeurt?’ vragen de herders aan de engelen. ‘Je zult een kind vinden’, zeggen de engelen dan, ‘langs de weg verloren.’ In elk mensenkind begint de schepping opnieuw, elk mens is een uitnodiging om opnieuw te beginnen, door van de nacht waarin mensen moeten leven dag te maken.

In de kerk zeggen we: ‘Gods licht en liefde zijn verschenen, geboren in een stal, gewoon langs de weg.’ Maar we ontmoeten die verloren mensen buiten de kerk, en de vraag is of zij dan aan ons kunnen zien wat wíj met Kerstmis vieren. Want we vieren de geboorte van die wonderlijke mens die zei: ‘heb lief, je naaste als jezelf.’ En díe wonderlijke mens wil in ons opstaan en geboren worden, om door ons heen tot de mensen hetzelfde te zeggen en te doen: ‘ik heb jou lief.’ Pas dan is het écht Kerstmis, 365 dagen per jaar welteverstaan.

André Zegveld, pastor