Bloemen bloeien zonder waarom

Bloemen bloeien zonder waarom

De drukte van ‘daarom’

Vergeleken met 25 jaar geleden of nog verder weg in de tijd, is het leven een stuk drukker geworden. Het lijkt er bovendien op dat iedereen het steeds drukker krijgt. Zelfs in de privé-sfeer is dat te merken. Veel tijd om er gewoon voor elkaar te zijn, is er vaak niet. Bezoek van kinderen en kleinkinderen is dikwijls van korte duur: ‘druk, ik moet vandaag nog dit, ik moet vandaag nog dat, en dan moet ik ook nog daar naar toe…Ik kom maar even hoor, dat vindt u/jij toch niet erg?’ Ik hoor ouderen soms verontschuldigend zeggen: ‘Het is zo moeilijk om met mijn zoon/kleinkinderen tot een afspraak te komen om gezamenlijk wat te eten of zo; ja, ik begrijp dat natuurlijk wel hoor, ze hebben het zo druk.’ U kent ongetwijfeld het lied van Herman van Veen daarover: ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, we hebben ongelofelijke haast.’ Komt het de kwaliteit van leven ten goede?

Uitwendige drukte gaat vaak samen met inwendige drukte. Mensen hebben het dan niet alleen druk, ze maken zich ook druk. Maar als je het druk hebt of je druk maakt, kijk je over het algemeen niet ver vooruit en leef je op de korte termijn. Je leeft zo buiten jezelf. Het gevolg daarvan is, dat je er innerlijk leeg door wordt. Je loopt voor jezelf weg, voor de vraag: ‘waarom ben ik er eigenlijk?’ Karl Marx krijgt een beetje gelijk. Mensen zitten gevangen in wat ze doen en maken. Ze gaan erin verloren. De gaafheid van hun leven raakt daardoor, soms heel intens, verstoord.

Bloemen

We geven elkaar graag en vaak bloemen. We doen dat soms zómaar, maar we doen het het meest op droevige én op feestelijke scharniermomenten van het leven. Als je op ziekenbezoek gaat, neem je bijna als vanzelf een bloemetje mee. Bij verjaardagen en jubilea gaat het cadeau vaak gepaard met, opnieuw, een bloemetje. Bij uitvaarten zijn er soms vele en vaak overdadige bloemstukken; de kist en het graf worden eronder bedolven. Veel mensen zetten een bloem bij de foto van een dierbare overledene. En een huiskamer of een huis zonder bloemen en planten wordt al snel door veel mensen als ongezellig ervaren.

Wat we ons daarbij niet of nauwelijks realiseren, is: bloemen zijn de geamputeerde geslachtsorganen van planten. We geven met hen dus een symbool van leven en dood, van leven dat ondanks de dood doorgaat. Maar er is meer. Bloemen zijn op zich uiterst vergankelijk. Wanneer ze op hun mooist zijn, staan ze op het punt te vergaan. Hun schoonheid is een teken van hun fragiliteit. Ze spreken van het leven, maar in hun pracht spreken ze heel discreet ook over de dood. Daarmee zijn ze ook het symbool van wat een mensenleven is. Dat staat bijvoorbeeld in Psalm 103: ‘Mensen, hun dagen zijn als het gras, ze bloeien als bloemen in het open veld. Dan komt de wind, en ze zijn verdwenen.’

Zonder waarom

Er is een beroemde uitspraak Meister Eckhart, een groot denker en mysticus uit de dertiende eeuw: ‘Een roos is zonder waarom, ze bloeit omdat ze bloeit.’ Een bloem staat aan gene zijde van nut of nutteloosheid. Ze is er eenvoudigweg en biedt zich ter beschouwing aan, zonder dat wij, mensen daar een reden voor zouden kunnen aangeven of bedenken. Eckhart paste dat ook toe op zichzelf: ‘Wanneer je mij vraagt waarom ik leef, dan zeg ik: ik leef omdat ik graag leef.’ Zomaar dus, zonder waarom.

Wanneer wij elkaar bloemen geven, geven we elkaar dus een soort vrolijke wegwijzer. Zeker, we hebben het druk, daarom en daarom. Rustloos leven we uit agenda’s, kalenders en volgens afspraken, alles even belangrijk. Want als alles niet zo belangrijk was, zouden we er niet aan hoeven toekomen. Maar op die manier maken we enkel onszelf belangrijk. En zo belangrijk zijn we niet. Of liever: het is nergens voor nodig om je anders voor te doen dan je bent.

De bloemen in de vaas wijzen ons erop: ‘tenslotte ben ook jij er zomaar, net als wij, en alles wat je over jezelf kunt bedenken, geeft nog geen antwoord op de vraag waarom je er bent. Je bent er vandaag, morgen ben je misschien al weggewaaid. Maar is dat erg?’ Zonder woorden zijn ze, in een wereld waarin nut en belangrijkheid alomtegenwoordig lijken te heersen, een teken: ‘ook jij bent er zonder waarom, ook jij bent zonder een andere reden dan dat je er bent. Maar uit dat alles blijkt dat God ook over jouw leven zegt: Goed, zeer goed.’ Op de vraag aan Meister Eckhart waarom hij eigenlijk leefde, zei deze: ‘ik leef omdat ik graag leef.’ Zonder waarom dus. Wanneer je in je hart hem die woorden kunt nazeggen, ben je een gelukkig mens.

André Zegveld