Christus Koning

‘Aanbidding van het Lam’

Christus Koning

Ik ben het afgelopen weekend op bezoek geweest bij een goede vriend in Gent, België.
Hij nodigde mij uit om samen het onlangs gerestaureerde altaarstuk
van de ‘Aanbidding van het Lam’ te bewonderen.
Op het bovenste paneel van dit uitzonderlijk mooie kunstwerk
staat God de Vader/Christus afgebeeld, gezeten op een troon,
gehuld in een prachtig gewaad,
met een schitterende kroon op het hoofd.

Christus Koning.
Die afbeelding staat in een lange traditie
van weergave van religieuze, vooral kerkelijke waardigheid
met de attributen van wereldlijke macht en pracht en praal.
Koninklijke gewaden, macht, waardigheid.
Goddelijke aanwezigheid wordt zo gespiegeld aan wereldse macht.

Die vermenging (vertroebeling) vindt zijn oorsprong-
meer dan 15 eeuwen geleden - bij keizer Constantijn.
Het christelijke geloof kreeg toen erkenning en werd een soort staatsgodsdienst.
Langzaam werden toen allerlei attributen
van wereldlijke macht en aanzien overgenomen door de Kerk.
Kerken werden Romeinse basilieken.
Het bestuur van de kerk werd een weerspiegeling van wereldlijke macht.
Wij leven nu nog met een overschot van die erfenis.

Koningschap.
Het heeft iets betoverends.
De meesten van ons hebben ongetwijfeld ademloos gekeken
naar de ceremoniële pracht en praal van de begrafenis van koningin Elisabeth.
De intronisatie van King Charles van Engeland
ligt nog in het verschiet.
In Engeland gaat dat gepaard met vele religieuze attributen.

De eerste lezing van vandaag gaat daar in zekere zin in mee.
Het koningschap van David. Hij is de grote koning.
Sommige van de profeten hadden daar al flink moeite mee.

Koningschap.
Hoe totaal anders is het beeld dat ons wordt voorgeschoteld in het evangelie.
We hoorden een stuk uit het passieverhaal van Jezus.
Een ware nachtmerrie!
Jezus aan het kruis, geflankeerd door twee misdadigers.
Er is niks meer van hem over.
Verwijzingen naar macht en koningschap
zijn hier slechts een onderwerp van spot.
‘Als je koning van de Joden bent, red dan jezelf’.

Koningschap?
Wat dat betekent wordt nog het meest dramatisch
weergegeven door de evangelist Markus, meer nog van Lukas.
In het hele passieverhaal hoor je Jezus geen woord zeggen.
Pas wanneer de Hogepriester hem vraagt: ‘Bent u de Messias, de zoon van de Gezegende?’
Dan pas antwoordt Jezus: ‘Dat ben ik’.
En hij voegt eraan toe:
‘En u zult de Mensenzoon aan de rechterhand van de Machtige zien zitten
En hem zien komen op de wolken van de hemel.’

Deze gekwelde en gemartelde man, aan een kruis genageld,
dit is het beeld van Gods aanwezigheid onder ons.
Kan het contrast nog groter met wat wij ervan gemaakt hebben?
Dus geen macht en pracht en praal.
Maar ontlediging en pure zelf-wegschenkende liefde.

Als we dat echt laten binnenkomen
dan worden de poten weggezaagd
onder het piramidaal instituut dat de kerk geworden is.
Geen piramide, maar een cirkel.
Het synodaal proces dat door Paus Franciscus in gang is gezet
is een opmaat naar een veel evenwichtiger beeld van kerk.
Gods volk samen onderweg.

Maar het heeft ook consequenties voor onze eigen beleving.
Want waar vinden wij God?
Waar staan we in die aanwezigheid?
De nieuwe wereld die het evangelie - ευαγγελιον,
het goede nieuws, aankondigt is een wereld
waarin God niet kan worden onttroond
door welke graad van pijn, ontluistering, of falen dan ook.
Als van de hulpeloze, totaal verlaten Jezus kan gezegd worden:
‘Deze ten dode opgeschreven sterfelijke mens is de plek waar God is’,
dan kunnen Gods tegenwoordigheid, zijn liefde en barmhartigheid
niet worden uitgewist
door menselijke leed, zinloosheid en eenzaamheid.
Want God heeft ervoor gekozen om aanwezig te zijn
in de diepste dieptes van menselijke verlatenheid en leed.

We vieren vandaag het feest van Christus, Koning van het Heelal.
Het is met recht het feest van een koning,
Maar een koning,
die al onze menselijke beelden en fantasieën
van macht en gezag op zijn kop zet.
We zijn nooit klaar met ons daartoe te bekeren.

Fons Eppink