‘Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: Je God is koning!’ Jes 52: 7)
‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend’.
Goed nieuws waar mensen blij van worden.
Goed nieuws dat inspireert en voedt.
We denken er misschien niet zo vaak aan, maar dat is wat het woord ‘evangelie’ betekent.
Markus plaatst die opdracht aan het eind van zijn evangelie. Mattheus ook.
De grote missieopdracht wordt dat ook wel genoemd.
Missie/zending zit in het DNA van christenzijn, van kerkzijn.
Wij hebben het christelijk geloof in onze streken niet zelf uitgevonden. Het is ons gebracht, aan onze voorouders verkondigd. Het behoort tot de essentie van het evangelie om uitgedragen te worden. Kerk is missie, drager van een blijde opdracht, ‘de vreugde van het evangelie’ uitdragen, om met de woorden van Paus Franciscus te spreken.
Jesaja zegt het heel mooi: ‘Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: Je God is koning!’ Jes 52: 7)
Willibrord was een Engelsman geboren in Northumbria, de streek rond het huidige York, en hij was een monnik. Monniken hebben een sleutelrol gespeeld in de kerstening van Europa. Vooral de Iers-Keltische traditie had een voorkeur voor ‘zwervende’ evangelieverkondiging. Vertaald naar onze tijd toe zou je misschien kunnen zeggen, zoals Paus Franciscus dat benadrukt, dat ze belichaamden dat de kerk altijd op pad is, in beweging, niet statisch – a Church on the move.
En dat is weer heel actueel.
Heel de wereldkerk is zo pas met meer of minder enthousiasme begonnen aan wat Paus Franciscus de synodale weg noemt. In de kern betekent dat dat Paus Franciscus ons allemaal uitnodigt om met elkaar in gesprek te gaan. Niet zomaar een borrelpraatje. Maar om met elkaar te delen wat ons ten diepste inspireert, daar waar we geraakt worden door de Geest. Dus geen discussie, lobbyen of argumenteren, maar open en ontvankelijk – arm van geest – samen te luisteren naar wat de Geest tegen de kerken- tegen ons - zegt. We kunnen van elkaar leren over wat God ons te zeggen heeft. Omdat we samen kerk zijn, op pelgrimstocht, met de Geest als GPS navigatie.
‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend’.
Naar mijn aanvoelen raakt dit samen in gesprek gaan, open en ontvankelijk naar elkaar luisteren, inspiratie delen, de essentie van missie en verkondiging.
Want verkondiging heeft tot doel het faciliteren van een ontmoeting. Het is een ontmoeting met Christus die je aanspreekt op je diepste verlangens. Je kunt je dan afvragen: Hoe gebeurt dat? Is dat te schrijven op het conto van de verkondiger? Nee! De drager van de missionaire opdracht van de kerk is de heilige Geest. De hoofdrolspeler in de Handelingen van de Apostelen zijn niet de apostelen. De hoofdrolspeler is de Heilige Geest. Wanneer ze de beslissingen van het eerste concilie van Jerusalem bekend maken aan de christengemeenschap van Antiochië schrijven ze: ‘Wij hebben besloten, de Heilige Geest en wij’. De Heilige Geest bereidt de harten van de mensen voor en ‘inspireert’ ze. En hij/zij haalt ook vaak een grote streep door de menselijke plannen van de apostelen zelf.
Missie/verkondiging wordt soms in een bedenkelijk daglicht geplaatst. Er wordt dan gesproken van zieltjeswinnerij. Iets waar je hetzelfde gevoel bij krijgt als wanneer je allerlei reklameboodschappen worden opgedrongen. Prosyletisme noemt de huidige Paus dat met een moeilijk woord. Het is natuurlijk het tegenovergestelde van wat bedoeld wordt met blijde boodschap.
‘Aantrekkelijkheid’ is ook een woord dat de paus vaak in de mond neemt als het gaat over missie en verkondiging. Je verkondigt het evangelie doordat het overkomt als iets aantrekkelijks, iets dat verwondering opwekt. De verkondiger zelf moet een authentiek geloofwaardig beeld uitdragen van wat het evangelie voor hem of haar betekent. Het kan niet anders of verkondiging wordt gevoed door gebed en contemplatie. Missie is ‘contemplatie in actie’.
Stilte plekken van contemplatie en gebed zijn essentieel in de uitstraling van de blijde boodschap. Willibrord en de Ierse monniken waren daar een stralend voorbeeld van: contemplatie op pelgrimstocht, in beweging.
Maar met contemplatie wordt in dit verband ook vooral bedoeld de trage contemplatieve blik die de tijd neemt om de tegenwoordigheid van de Geest te ontwaren in onze eigen cultuur en tijdgeest, en in andere culturen en godsdiensten. God wordt nergens gebracht, de Geest is er al, de Geest is altijd al vooruit, er is geen plek waar de Geest niet al, vaak onopgemerkt, aan het werk is.
Een vriend en collega van mij die jarenlang als missionaris actief was in Zuid-Soedan zei eens tegen mij: ‘missie in Afrika voor mij betekent onder een boom gaan zitten en God laten gebeuren’. Ontmoeting dus, luisteren, met elkaar in gesprek gaan.
En een andere collega die erop werd aangesproken hoeveel mensen hij in zijn missionaris arbeid in Pakistan had bekeerd antwoordde: ‘Ik heb een tiental jaren in Pakistan gewerkt. In al die tijd heb ik maar één mens bekeerd. En weet je wie dat is? Dat ben ik zelf!’. Hij was door de ontmoeting met de andersgelovige een ander soort christen geworden. Verrijkt door de ontmoeting. En alleen God weet welk zaad er was gezaaid in de harten van de mensen die hij had ontmoet!
Bekering is het werk van de Geest diep in het hart van de mens. Inspiratie doorgeven hoe doe je dat? Ik denk dat je het doet door anderen deelgenoot te maken van je eigen interne bezieling die haar bron vindt in God. Dat gebeurt vaak meer door wie je bent dan door wat je zegt. En dat doorgeven gebeurt natuurlijk het meest ‘aan de keukentafel’, in het gezin. Of en wanneer het zaad ontkiemt hebben wij niet in de hand.
‘Trek heel de wereld rond en maak aan ieder schepsel het goede nieuws bekend’.
Het is aan elk van ons om het zaad van het goede nieuws te zaaien op de manier die ons gegeven is. Blij en uitbundig. Zonder te focussen op resultaat.
Ik zal de halmen niet meer zien
Noch binden ooit de volle schoven,
Maar doe mij in den oogst geloven
Waarvoor ik dien –A. Roland Holst
Fons Eppink