‘There is a crack, a crack in everything – that’s how the light gets in’. (In alles zit wel een barst, zo komt het licht naar binnen).
Misschien hebt u hem ooit gezien. Een film met de aangrijpende titel ‘Dead Man Walking’ – ‘hier loopt een dode man’. Het is de ceremoniële aankondiging van de gevangenisbewaker die iemand naar de executie leidt. De film gaat over een ter dood veroordeelde, iemand die een verschrikkelijke moord heeft begaan en een zuster die hem leert kennen en probeert de doodstraf omgezet te krijgen tot levenslang. Helen Prejean heet ze. De film is gebaseerd op een waar gebeurd verhaal. Op een bepaald moment zie je de zuster in gesprek met de ouders van het vermoorde meisje. Zij reageren vol onbegrip en woede op het pleidooi van de zuster. Een moordenaar vergeven. Daar kunnen ze niet bij. ‘I hope he will fry in hell’ klinkt het. ‘Ik hoop dat hij zal branden in de hel’. Vergelding. Oog om oog, tand om tand.
Het evangelie van vandaag zet ook iets dergelijks in scène. ‘Deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons op in de wet zulke vrouwen te stenigen’. De doodstraf is onbarmhartig omdat zij een leven letterlijk af maakt. Ze beëindigt het op het ongelukkigst moment. Iets dergelijks zien we hier. Tijdgenoten van Jezus zullen daar niks afkeurenswaardigs in gezien hebben. Zo was het nu eenmaal. Gelukkig kijken veel mensen daar heel anders tegenaan naar in onze tijd. Maar ook niet overal. De doodstraf. Het blijft een hardnekkig gevecht om het afgeschaft te krijgen overal met argumenten voor en tegen.
Opmerkelijk is dat Jezus daarover niet in discussie gaat. Hij bukt zich en begint wat op de grond te krabbelen. Dat schept een pauze. Even tijd voor de verhitte gemoederen om tot bedaren te laten komen. En dan de vraag: ‘Wie van jullie zonder zonde is’…. Zo verlegt hij de focus van de beschuldigde naar de aanklagers. ‘Wie van jullie zonder zonde is’. Het doet me denken aan de splinter en de balk. We kennen het vervolg: één voor één druipen de beschuldigers af, de oudsten het eerst.
Dialoog met de beschuldigers zit er op dat moment nog niet in. Een echt gesprek is nog niet mogelijk. Maar Jezus heeft wel een kleine kink/barst geslagen in hun harnas van zelfrechtvaardiging. Het doet me denken aan het bekende lied van Leonard Cohen: ‘There is a crack, a crack in everything – that’s how the light gets in’. (In alles zit wel een barst, zo komt het licht naar binnen).
Met de vrouw gaat Jezus wèl in gesprek, heel kort en bondig. En de bevrijdende woorden: ‘Ik veroordeel u ook niet’. Zo krijgt ze een nieuwe kans. Ze wordt niet afgemaakt. Jezus praat de zonde niet goed. Integendeel. ‘Ga naar huis, van nu af zondig niet meer’ Maar hij aanvaardt de zondaar.
Hij is niet gekomen om te oordelen, maar om te bevrijden van de zonde. Zodra hij op de zonde de vinger legt, is zij reeds vergeven. Het enige dat nodig is van onze kant, zo blijkt, is onze kwetsbaarheid en onvermogen ter erkennen. Het enige risico dat we lopen is in de waan te verkeren dat we zonder zonde zijn, of te doen alsof dat zo was. Je masker van perfectie en zelfgenoegzaamheid laten vallen betekent tegelijk je openstellen voor genade, voor Gods onvoorwaardelijke liefde.
Dat dit voor veel mensen toch vaak te veel is blijkt wel uit het feit dat dit voorval van de overspelige in sommige manuscripten van het evangelie van Johannes niet voorkomt. Het is helemaal verdwenen. Zo moeilijk was het dus blijkbaar, en is het misschien nog, om te geloven in een liefde die ons de fouten niet aanrekent, die door elke kink in ons harnas van zelfrechtvaardiging een lichtstraal van vergeving laat binnenkomen.
Het is een telkens terugkerend thema in de evangelies. Je ziet het ieder keer weer in het handelen van Jezus. Kijk maar naar de vrouw die de voeten van Jezus zalft. ‘Mogen haar zonden, die vele, vergeven zijn, -omdat zij véél liefde betoont!- maar aan wie weinig wordt vergeven, die betoont weinig liefde! ‘ (Mt 26: 6- 13) Kijk maar naar Zaccheüs. ‘Vandaag is dit huis redding ten deel gevallen, want hij is ook een zoon van Abraham’. (Lk 19: 1 – 10) Kijk maar naar Petrus. (Joh 21: 15 – 19). Geen beschuldiging. Alleen de ontroerende vraag: ‘Hou je van mij?’
Misschien moet elk van ons dat overkomen. Dat we die stemhoren: ‘Hou je van mij?’ En kunnen antwoorden: ‘Ik hou van jou’ Voorbij maskers, het mooi voordoen, de illusie van zondeloosheid of onkwetsbaarheid liefde/vergeving ontvangen en geven.
Tot in de wortels geraakt worden door liefde. Moge ons dat gegeven zijn.
Fons Eppink