Wanneer Jezus over het koninkrijk van God spreekt dan doet hij dat in parabels, beeldverhalen, die uitnodigen om dieper te graven, en vergelijkingen.
Hoe kun je in menselijke taal iets zeggen over God? Onze woorden zijn helemaal ontoereikend om iets te duiden van wat ons oneindig overstijgt, helemaal boven de pet gaat. Felix Timmermans, de bekende Vlaamse dichter, zegt daarvan in een van zijn gedichten: ik zou het graag willen, maar…. ‘de woorden breken’. Het antwoord van de Bijbel op dat onvermogen is het vertellen van verhalen. De Bijbel staat vol met verhalen. Verhalen geven ruimte, ruimte voor verbeelding, en ruimte ook voor stilte.
Verhalen en beelden.
Jezus staat helemaal in die traditie. Wanneer hij over het koninkrijk van God spreekt dan doet hij dat in parabels, beeldverhalen, die uitnodigen om dieper te graven, en vergelijkingen. Het rijk van God is als een bruiloftsfeest, een schat in de akker, een kostbare parel, een zaadje enz.
Soms maakt hij er een opmerking tussendoor, een aansporing om goed te luisteren: ‘Let goed op wat je hoort!’. Letterlijk staat er: ‘Zie wat je hoort’. Dat is een uitnodiging om verder te kijken dan de buitenkant. Het is een uitdaging om door de dagelijkse buitenkant heen de goddelijke binnenkant te zien.
Als we dat proberen te doen met de beelden van vandaag wat zien we dan? Op de eerste plaats, denk ik, een prachtig beeldverhaal van vertrouwvolle overgave en verwondering. Wij zijn de boer die zaait en geduldig wacht tot het zaad ontkiemt en de plant groeit en vrucht voortbrengt. We zien het voor onze ogen gebeuren deze prachtige lente en zomer. Je hoeft maar naar buiten te geen om het te zien. Het verhaal is op de eerste plaats een uitnodiging tot dankbaarheid en verwondering om het wonder van Gods schepping, moeder aarde die ons zoveel geeft. En dat is heel actueel nu we ons meer en meer bewust worden dat we de aarde met zijn ritmes moeten respecteren. En wat de gevolgen zijn als de daar te nonchalant mee omgaan. Laudato Si’.
Dit is een eerste stukje binnenkant.
De eerste betekenislaag.
Maar er nog een tweede. Wij zijn niet alleen de boer, wij zijn zelf ook het zaad dat gezaaid wordt en dat ontkiemt! Wij zijn zelf het geheim van Gods koninkrijk. In het boek van de schepping staat het heel mooi: God schiep ons als zijn beeld. Man en vrouw schiep hij ons. Om te groeien tot zijn gelijkenis schiep hij ons. M.a.w. wij kunnen mensen worden zoals God ons bedoeld heeft. Heel ons leven is een groeiproces om te worden wie God in ons ziet. Helemaal beeld en gelijkenis. In de oosters orthodoxe traditie noemen ze dat ‘theosis’, vergoddelijking. Volwassen en vruchtbare mensen worden naar het beeld van God, er zijn voor elkaar, oog hebben voor wie buiten de boot valt, de vreemde verwelkomen.
Een tweede stukje binnenkant.
De betekenis van de parabel is daarmee niet uitgeput. Er is nog een diepere laag van dit beeldverhaal. Het is een betekenis die de leerlingen te horen krijgen wanneer ze alleen zijn met Jezus. Voor ons wordt het duidelijk als we het evangelie van Marcus helemaal uitlezen. Wat blijkt dan? Dan zien we dat Jezus zelf het zaad is dat in ons is uitgezaaid.
Tijdens zijn aardse leven was er van vruchten bij zijn leerlingen nog bitter weinig te merken. Telkens weer wijst Marcus erop hoe ze de plank misslaan, er niets van begrijpen. Wanneer hij wordt overgeleverd slaan ze op de vlucht, Simon-Petrus verloochent hem tot driemaal toe. Ze bakken er niks van. Maar wanneer Jezus is verrezen slaan ze helemaal om en gaan ze doen wat Jezus tevoren heeft gedaan. Het boek van de Handelingen van de Apostelen staat er helemaal vol van. Jezus, het zaad in hen, draagt uitbundig vrucht. Het Goede Nieuws werkt aanstekelijk. Overal schiet het op. Hoe die overgang gebeurd is, dat blijft ons verborgen. Hoe de leerlingen van bange wezels tot enthousiast gedreven verkondigers zijn geworden, dat gebeurt aan de binnenkant, onzichtbaar voor het oog.
Weer een stukje binnenkant. De derde laag.
Het beeld van het mosterdzaadje spreekt daar ook over. Een klein onzienlijk zaadje is in het hart van de leerlingen gegroeid, in het verborgene. Het kwam pas tevoorschijn na de dood en verrijzenis van Jezus. En sindsdien is het maar blijven groeien, zo is de boodschap. Het visioen is dat het maar blijft groeien, zodat alle mensen (de vogels van de hemel) er een plek vinden. (De vogels in de hemel zijn een beeld van de messiaanse tijd).
Wij, in onze tijd worden dus ook uitgenodigd om steeds weer bedacht te zijn om door de dagelijkse buitenkant heen de goddelijke binnenkant te ontwaren. Is het Franciscushuis niet zo’n zaadje dat ontkiemt? De Indonesische zusters die creatief verkennen hoe er in onze tijd gezaaid kan worden? Het is belangrijk oog te hebben voor de zaadjes die bijna onopgemerkt ontkiemen, vooral in deze tijd van secularisatie.
In een heel mooie interview heb ik daar Jozef de Kesel, de kardinaal aartsbisschop van Mechelen-Brussel, over horen spreken in een interview. Vanuit een heel diepe bron in hemzelf sprak hij o.a. over de uitdaging in onze tijd om als kerk gastvrij te zijn, inclusief, een houding van openheid, mensen met open armen te ontvangen en niet onmiddellijk oordelen of veroordelen. ‘Je weet niet hoe God bezig is met mensen’, zo stelde hij.
Vragen we in deze viering dat in ons hart het zaad mag ontkiemen en tot volle wasdom komen, dat we zelf dat zaad mogen zijn, met een scherp oog voor de binnenkant van de buitenkant.
Fons Eppink