‘Ontvang wie je bent, wordt wie je ontvangt’ (Augustinus)
Het paars, de liturgische kleur van de Advent,
kleurt vandaag hyacinth-roze.
Het is ‘Gaudete’ zondag.
‘Verheugt u’. Vreugde!
Het is alsof de liturgie ons aanmoedigt.
Kerstmis staat voor de deur.
(Dit jaar al helemaal).
We zijn onderweg naar het licht.
We zingen als vogels in het donker nog voor de dageraad.
Een soort wonderlijk voorgevoel, diep vanbinnen.
Het komt goed.
‘Het morgenrood zing ik wakker’. Ps 57
Dat is de grondtoon van deze zondag.
Het kan best zijn dat we daar niet zo veel van ervaren.
Het is donker in de natuur.
et is donker in onze wereld.
Gaza, Oekraïne, klimaat, noem maar op.
Grote en kleine zorgen drukken een stempel op ons gemoed.
Toch verschilt dat misschien niet zoveel van de wereld
waarin Jesaja en Johannes de Doper opereerden.
Daar ging het om ballingschap (gedwongen migratie dus), onderdrukking.
In weerwil van alle ellende spreekt de liturgie in deze Adventstijd
juist van licht en hoop en bevrijding.
Jesaja heeft een blijde boodschap.
Johannes getuigt van het Licht dat komen gaat.
Is dat meer dan ijdele praat?
Het is zeker meer dan een zoethoudertje.
Want licht, hoop en bevrijding
dat wordt ons gegeven, maar het vraagt ook iets van ons.
Het is geen goedkope genade.
Licht, hoop, bevrijding,
we kunnen ze pas ontvangen als we echt open staan.
En dat vraagt bekering, metanoia.
Anders denken diep van binnen.
Johannes de Doper staat centraal vandaag.
We horen het hem zeggen:
Maak recht de weg voor de Heer’.
En ook:
‘Hij moet groter worden en ik kleiner’.
Hij spreekt van innerlijke omvorming
om te kunnen ontvangen.
Het licht waarnaar we verlangen
het moet door ons heen schijnen.
Als we onze innerlijke weerstand afbreken,
dan worden we transparant, kunnen we het licht doorlaten.
We hebben daar een mooi woord voor: fosfor. Lichtdragers.
Net als bij stroomgeleiders zit er bij ons weerstand.
Dat kan allerlei vormen aannemen,
Maar de meest hardnekkige is wel onze zelfbetrokkenheid.
Ons ego zit in de weg.
Eigenbelang, groter willen zijn de dan andere,
beter dan anderen, anderen gebruiken enz.
En dat vraagt om uitzuivering.
We zingen het geregeld:
‘Neem mij aan zoals ik ben, zuiver uit wie ik al zijn.
Uitzuivering.
Ruimte maken voor God.
We zijn daar heel ons leven naartoe op weg.
Of anders gezegd: We zijn geschapen als beeld en op weg naar de gelijkenis.
In het Oosten noemen ze dat vergoddelijking.
Dat is onze uiteindelijke, diepste roeping.
Van elk mens.
‘Ontvang wie je bent,
wordt wie je ontvangt’ (Augustinus)
Jezus bidt erom:
Joh 17:20-21
‘Laat hen allen één zijn, Vader.
Zoals u in mij bent en ik in u,
laat hen zo ook in ons zijn,
opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden’.
Met ons verstand kunnen we daar niet bij.
Maar ons hart doet ons vermoeden en soms die diepe vreugde ervaren
voorbij alle ellende en duisternis.
Licht, hoop, bevrijding.
Mogen we steeds doorschijnender worden,
licht dragen, in dankbaarheid licht en vreugde doorgeven.
‘Dan zal de vrede van God, die alle verstand te boven gaat,
uw hart en gedachten in Christus Jezus bewaren’. Fil 4: 7
Fons Eppink