‘God heeft geen voorkeurskinderen’. Rom 2: 11
‘God heeft geen voorkeurskinderen’. Rom 2: 11
De naam van God wordt geheiligd en gezegend
als wij recht doen aan elkaar, niemand buitensluiten
maar juist het leven mogelijk maken aan anderen,
ook als zij niet zijn zoals wij.
‘Mijn huis is een huis van gebed voor alle volken’.
Dat is het fundamentele thema van deze viering vandaag.
We weten dat de eerste christengemeenschap daar moeite mee had.
Ze worstelden met de vraag:
Is het evangelie alleen voor Joden of horen ‘de volkeren’ er ook bij?
Paulus en Petrus hebben daar flink over gebakkeleid.
En, laten we eerlijk zijn: we hebben daar nog steeds moeite mee.
Inclusief -Exclusief / Je hoort erbij – je wordt buiten gesloten.
Al naar gelang onze cultuur en traditie hebben we groepen mensen
die we moeilijk kunnen plaatsen of gewoon buitensluiten.
In India b.v. zijn dat de Dalits, elders zijn ‘t mensen met een ander huidskleur,
of seksuele geaardheid, een andere politieke, religieuze enz. opstelling.
Mensen anders dan ik.
Polarisatie is aan de orde van de dag.
‘Mijn huis zal worden genoemd:
een huis van gebed voor alle volken’. Jes 56: 7
De eerste lezing van de profeet Jesaja
is heel tolerant, inclusief en open.
Jezus zal daar ook bekend mee geweest zijn.
Met dat in het achterhoofd knipper je toch even met de ogen
als je hem zo kortaf hoort reageren
op het verzoek van de Kananese vrouw.
De leerlingen praten dan ook nog eens over haar
achter haar rug, in haar bijzijn.
Dat is geen aangenaam tafereel op het eerste gezicht.
Wat is hier aan de hand?
Gaat het hier om een voorkeursoptie van Jezus,
een pastorale keuze zouden we nu zeggen?
Zo in de trant van eerst mijn volksgenoten, de rest komt later wel.
Of is de toon die hij aanslaat eerder ironisch uit te leggen?
Wil hij de vrouw uitdagen, testen?
De vrouw is helemaal niet uit het veld geslagen
Ze reageert heel gevat.
Ze noemt Jezus bij zijn Messiaanse naam: ‘Zoon van David’.
Dat is een herkenning dat het heil van de Joden komt.
Maar ze geeft haarscherp de betekenis daarvan aan:
‘De hondjes eten de kruimels van de tafel van de meesters’.
Met andere woorden: Uitverkiezing is een roeping.
De verhalen van het Oude Testament laten zien
hoe God met mensen omgaat.
Israël heeft dat heel intiem mogen ervaren.
Die omgang is niet iets om je aan vast te klampen
en krampachtig voor jezelf te houden.
Het vraag om gedeeld te worden.
De profeet Jesaja maakt zich daar sterk voor.
Hij ziet alle volkeren optrekken naar de berg Sion.
Israël, met andere woorden, heeft een voorbeeldfunctie.
Attractie. Daar gaat het om.
De Kananese vrouw – zelf een vreemdelinge –
herinnert Jezus daaraan.
Op speels ironische wijze.
‘De hondjes eten van de kruimels die van tafel vallen’.
Jezus wordt erdoor geraakt:
‘Vrouw, je hebt een groot geloof’.
Je laten raken door de ander,
ook als die je op het eerste gezicht niet bevalt.
Hoe vaak laten we onze houding niet bepalen
door eerste indrukken?
Inclusiviteit. Je hoort erbij.
We horen Paus Franciscus daar ook geregeld op hameren.
Het is bij uitstek een uitdaging voor onze tijd.
Niemand buiten sluiten. Luisteren!
Niemand bij voorbaat afschepen, afserveren.
Geloof. Je vindt het soms op verrassende plekken.
En bij verrassende mensen.
De Kerk, onze kerkgemeenschap is er niet voor zichzelf.
Het gaat om een ruime ruimte waar plaats is voor iedereen.
Zonder poortwachters.
Ga maar liggen liefste in de tuin,
de lege plekken in het hoge gras, ik heb
altijd gewild dat ik dat was, een lege
plek voor iemand, om te blijven.
(Rutger Kopland)
Allen die zoeken naar God, naar de zin van hun leven,
allen die tastend en zoekend, wachtend en wakend,
wankel gelovend door het leven gaan.
Ze zijn welkom.
Ze hebben allemaal een plek.
Sterker nog, onze uitdaging is, zo te leven,
Dat zoekenden en nieuwsgierigen zich voelen aangetrokken.
Dat wie onbevooroordeeld rondkijkt,
bij ons sporen van God kan ontdekken,
omdat we bewust leven in een Tegenwoordigheid.
Heel eenvoudig, zonder pretentie,
met een gevoel voor humor.
Bidden we in deze viering dat on dat gegeven mag zijn.
Fons Eppink