Er draait op dit moment in sommige bioscopen in Nederland en ook online een bijzondere film die ‘Lourdes’ heet. Het is een documentaire van 90 minuten over het bekende bedevaartsoord. Misschien zijn sommigen van jullie daar wel eens naartoe geweest? Geen film over buitenissige wonderen of wonderbaarlijke verschijningen, maar wel over tastend geloof en kwetsbaarheid en enorme zorg voor elkaar. Ik was er diep door ontroerd.
Zo vertelt een moeder van haar zoon die als kind op een onbewaakt moment het huis is uitgewandeld en door een auto gegrepen. Hij zit nu permanent in een rolstoel en kan nauwelijks praten. Ze vertelt over het enorme verdriet en zelfverwijt van haar zelf en haar man, en eerst het ongeloof dat haar dit is overkomen. En dan, heel diep van binnenuit: “Ik weet dat dit nu mijn roeping is - om voor mijn zoon te zorgen”. Uiterste zelfgave en moederliefde.
Een andere ernstig gehandicapte man die permanent aan de beademing ligt vertelt dat hij niet om een wonder voor zichzelf kan vragen. ‘Dat lijkt me zo aanmatigend, zegt hij, er zijn hier zoveel zieken en mensen met een beperking en dan vraag ik een wonder voor mij zelf alleen? Maria heeft het veel te druk met al die andere mensen.’ En dan uiteindelijk toch dit gebed: ‘Heer, geef mij de moed om uw wonderbaarlijke bijstand te vragen’.
Ik moest daaraan denken bij het lezen van de het verhaal van de leerlingen van Jezus die op stage worden gestuurd. ‘Hij zond hen twee aan twee uit, ……..ze dreven veel demonen uit en zalfden veel zieken met olie en genazen hen’. Jezus doet met de leerlingen wat hun bij hun uitverkiezing was aangezegd: hij maakt ze tot apostelen d.w.z gezondenen. Ze gaan doen wat Jezus tot dan toe heeft gedaan: Ze krijgen ‘volmacht over onreine geesten’, ze ‘gaan erop uit’, ze ‘verkondigen’, ze roepen op tot ‘anders denken’, ze ‘werpen demonen uit’, ze dragen zorg voor ‘verzwakten’ door ze te ‘genezen’. In een wereld waar ziekte vaak gezien werd als een straf van God en zieken werden buitengesloten verrichten zij Messiasarbeid: ze bevrijden mensen van ziekmakende geesten, en ze genezen[1].
Dat klinkt ons misschien wat vreemd in de oren, maar als je dat naar onze wereld toe zou vertalen betekent dat, denk ik, mensen bevrijden, die gevangen zitten in verdriet en moedeloosheid en hoop geven aan mensen die hun leven zinloos vinden. Een luisterend oor geven aan mensen die zich ongezien of onbegrepen voelen. Ik denk dat het leger van verzorgenden, verpleegsters, begeleiders in Lourdes zo ook gezondenen zijn. En natuurlijk ook hier bij ons, in Gravenstate, de zorg in zijn vele vormen. Het is goed om daar op deze zondag even bij stil te staan.
‘Hij gaf hun volmacht over onreine geesten’, staat er heel eenvoudig. De leerlingen handelen niet uit eigen kracht: wat ze doen is hun gegeven. Ze zijn begeesterd, bevangen door de geest die Jezus ontving bij zijn doopsel, een geest die groter en sterker was dan de boze en onreine geesten die ongelukkige mensen in hun greep hielden. Met andere woorden, in de taal van deze tijd: handelen vanuit erbarmen en naastenliefde is optreden met goddelijke volmacht. Het bergt onvermoede, hemelse krachten in zich. Het grootste wonder van Lourdes, denk ik, zijn niet zo zeer de onverklaarbare genezingen die zo nu en dan ook wel plaats vinden, maar de onbaatzuchtige zorg voor elkaar. De vreugde die mensen elkaar schenken door zorg te geven en te ontvangen. Dat heeft iets goddelijks.
‘Hij zond hen uit, twee aan twee’.
Verder mijmerend over het evangelie van vandaag komt daarin ook een uitnodiging bij mij binnen om niet ter plaatse te blijven, in eigen kring, maar erop uit te gaan, naar anderen toe. Wij leerlingen, wij christenen van nu, misschien zijn wij ook geneigd om vast te houden aan het bekende, dat is heel menselijk. Maar Jezus geeft ons een zetje om uit onze bubbel te stappen. De Heer is niet aanwezig te midden van angstige, behoudsgezinde gelovigen, maar wel in het hart van blijde christenen, die openstaan voor nieuwe opdrachten – in ons gezin, gemeenschap, vriendenkring, maar ook daarbuiten. Barmhartigheid, liefdevolle zorg kent geen grenzen.
‘Als je ergens binnengaat, blijf daar dan, tot je weer afreist’. Geen oppervlakkig contact dus, maar een omgang die uitnodigt tot verdieping. Het evangelie wordt verkondigd vooral door persoonlijke ontmoetingen, ‘persoonlijke aantrekkingskracht’ noemt Paus Franciscus dat, een blij geloof dat aanstekelijk werkt. Hij ziet het als de uitdaging van onze tijd. Daar iets van beleven en uitdragen.
En dat hoeft niet met grote middelen, geen dure reclamecampagne, of secuur uitgewerkte pastorale planning – wat vooral overkomt en indruk maakt is de oprechtheid van de eigen beleving, de eenvoud van gebaar en woord. Soberheid, om te getuigen dat de boodschap niet komt van onze uiterlijke middelen, maar van Jezus’ boodschap zelf.
Mogen we ons zo gezonden weten, net als de apostelen, elk op zijn of haar eigen plek. En moge deze eucharistie ons daarin sterken.
Fons Eppink
[1] Dries van den Akker SJ: Ga anders denken