‘Laat ons mensen zijn die woningenbouwen voor uw stad van vrede; Breek het geweld in ons en breng ons thuis bij U Uit kracht van Hem, de mensenzoon hier in ons midden’
Dat is het thema van de vredesweek dit jaar. Vrede, dat weten we allemaal, is veel meer dan de afwezigheid van geweld, het stilvallen van de kanonnen, zelfs meer dan een democratische rechtsorde. Het Bijbelse woord sjaloom verwijst naar een uiteindelijke harmonie, een tevredenheid bij de mens, die te vinden is in zijn relatie met zichzelf, zijn medemens, de natuur, God. Dat is dus heel breed. Vrede heeft alles te maken met de inrichting van ons hart. Het doet me denken aan één van onze eucharistische gebeden waar dat heel mooi wordt uitgedrukt:
‘Laat ons mensen zijn die woningenbouwen voor uw stad van vrede;
Breek het geweld in ons en breng ons thuis bij U.
Uit kracht van Hem, de mensenzoon hier in ons midden’
‘Breek het geweld in ons’.
We denken gemakkelijk: oorlog en geweld dat gebeurt ergens anders. En natuurlijk mogen we dankbaar zijn dat we al zoveel jaren in vrede leven. Maar hier in dit gebed wordt dus heel confronterend gezegd: Onvrede, geweld, het zit in elk van ons, het zit in onze genen. Als de omstandigheden ernaar zijn, als de druk maar hoog genoeg is, is geweld niet ver weg. We zien er een staaltje van bij het gesteggel van de apostelen. Waar hebben ze het met elkaar over onderweg? Wie is de grootste? Dan gaat het om macht en prestige. En als het om macht en prestige gaat is geweld niet ver weg.
Macht en prestige.
Jezus heeft zich daaraan overgeleverd, zo lezen we in het evangelie van vandaag. ‘De mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de mensen’. We denken dan meteen aan de lijdensweg en kruisdood van Jezus. Maar dat overleveren begint hier al: bij het onbegrip en de weerstand van de leerlingen. Bij hun getwist over de vraag wie van hen de belangrijkste is.
Jezus kan niet anders dan zijn boodschap en voorbeeld liefdevol aanbieden. Het antwoord daarop heeft hij niet in handen. Zijn aanbod is een appèl op onze menselijke vrijheid, telkens weer.
‘Mens, waar ben je?’
De mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de mensen’.
Ook in de geschiedenis van het christendom, waarvan wij deel uitmaken, staat in die voortgang. Zo is Jezus ook in onze handen overgeleverd. Aan onze vrijheid. Hebben wij zijn woord begrepen?
Hebben wij zijn woord niet zó naar onze hand gezet, dat het monddood werd? Hebben wij, net als de leerlingen het over iets anders dan wat Jezus bedoelde? Hebben wij het onderweg misschien over kerksluitingen, over getallen, organisatie, leiderschap dat wel of niet bevalt? En dus niet over dood en verrijzenis, midden in dit leven?
Ook bij ons eerstand. Een vorm van geweld.
De mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de mensen’.
Jezus heeft het met ons gewaagd. Hij valt dagelijks in onze handen.
Hoe? Jezus levert zich aan ons over in wie Gods beeld dragen. Beelddragers zijn we allemaal. Elke mens. Overlevering gebeurt bij elke mens die in welke situatie dan ook een beroep op mij doet. Thuis, op het werk, hier in het verzorgingshuis wordt Jezus aan ons overgeleverd.
‘Wat je aan de minsten der mijnen hebt gedaan heb je aan mij gedaan’.
En wij, vrije mensen, we kunnen daarop antwoorden, maar we kunnen ook nee zeggen. Vaak ligt het er ergens tussenin. Zijn we halfslachtig. Bieden we weerstand.
De mensenzoon wordt overgeleverd in de handen van de mensen’.
Hij heeft zich overgeleverd om onze weerstand, het geweld in ons, van binnenuit open te breken. We zien dat in zijn totale overgave in zijn donkere nacht van niet-weten. Verlatenheid. Daar is geen greintje pretentie meer, geen enkele greep naar macht. Alleen nog overgave.
‘De gekruisigde Jezus is het enige waarheidsgetrouwe portret van God dat de wereld ooit heeft gezien’.
‘De enige almacht die God kent is de overweldigende kracht van zichzelf wegschenkende liefde’.
En hij plaatst de leerlingen, en ons, oog in oog vandaag met een kind. Jezus geeft zich over aan een kind. Hij omarmt het. Natuurlijk niet om een kind in alles de hemel in te prijzen. Kinderen kunnen ook nukkig zijn, en hebberig, aanhalig. Waar het Jezus hier om gaat, denk ik, is een specifieke eigenschap van kinderen, en dat is verwondering, pretentieloze ontvankelijkheid. Open staan voor het wonder dat zich aanbiedt.
En dat is nu precies waar het thema van deze vredeszondag ons naartoe leidt: openheid, ontvankelijkheid, een ruim hart. Daarmee kunnen we op weg naar een inclusieve samenleving.
Fons Eppink