‘Hoe ouder ik word, hoe meer ik van het leven ga houden.’
‘Gezond en zelfstandig’ lijkt de norm
Mensen worden steeds ouder. Op zich geen probleem. Oud worden willen we allemaal, maar dan wel het liefst tot op het laatst redelijk gezond en goed van verstand. Want ‘jong, gezond en zelfstandig’ lijkt de norm te zijn waaraan het leven moet voldoen. Als de ouderdom dan toch met zijn aftakeling en gebreken komt, wordt dat vaak als een onrechtvaardige last ervaren. ‘Waar is dat nu goed voor? Waarom overkomt mij dit?’ Wanneer er op de TV en in de krant dan ook nog eens uitgebreid gediscussieerd wordt over oplopende en onbetaalbaar wordende zorgkosten en zo, kunnen oude mensen, die op de zorg van anderen zijn aangewezen, zich zelfs schuldig gaan voelen. Jong, gezond en zelfredzaam: dat is de norm.
Is het leven maakbaar?
Wanneer je jong en gezond bent, kun je gaan denken dat het leven maakbaar is: een verschrikkelijke vergissing. Want het leven is dat niet. Het is gewoon zoals het is. Ondanks de geweldige vooruitgang van de medische wetenschap, zeker in het rijkere deel van de wereld, staat het sterftepercentage onder de mensen nog steeds op 100. En dat zal wel zo blijven.
Soms moeten mensen dat al op jonge leeftijd ervaren, bijvoorbeeld door een chronische en/of levensbedreigende kwaal, of door een dom auto-ongeluk met blijvende gevolgen. Maar voor bijna iedereen geldt dat de ouderdom je met de neus op de feiten drukt: het leven is niet maakbaar. Het komt zoals het komt: ziekte, tegenslag, aftakeling en de dood maken er gewoon deel van uit. We kunnen die gedachte wel enige tijd voor ons uitschuiven, maar er is uiteindelijk geen ontkomen aan, voor niemand.
Is dat erg? Dat hangt ervan af hoe je het oud worden beleeft: of je echt oud wil worden, of je daartegen verzet; of je wilt meebewegen met het leven zoals dat zich voordoet, of niet; of je oud worden en afhankelijk raken als verlies ervaart, of niet. ‘Hoe ouder ik word, hoe meer ik van het leven ga houden. Ik word oud, maar ik ga erop vooruit’, zei een hoogbejaarde filosoof ooit. Kun je hem dat nazeggen?
Met het leven meebewegen
Wanneer je je tegen het ouder worden verzet, verzet je je tegen het leven zelf. Je groeit als oude mens dan niet meer door. Het leven is nu eenmaal zoals het is. Je moet daarom meebewegen. Dan kun je van het leven leren. Wat dan?
In het goede geval leer je om door veel heen te kijken, veel van wat je als jong mens belangrijk vond. Je gaat zien: het leven gaat voorbij. Je gaat beseffen: ik heb wel recht op gezondheidszorg, maar niet op gezondheid. Het verlies van veel generatiegenoten maakt dat je steeds minder gesprekspartners hebt om over vroeger te praten. En over vroeger praten is belangrijk, want je beseft dat je veel meer verleden hebt dan toekomst. Er wordt voor jou als zorgafhankelijke oudere mens wel van alles georganiseerd aan allerhande leuke activiteiten en dingen, die net doen alsof je niet oud bent, maar dat doet je des te scherper beseffen dat dit enkel afleidingsmanoeuvres zijn. Je ervaart dat je de regie over je leven aan het verliezen bent. Je wordt kwetsbaarder, brozer. Vult u verder zelf maar aan, uit eigen ervaring. Kortom, er wordt nu al van je afgehaald wat je ooit allemaal zult moeten loslaten, of je dat nu wilt of niet. Het leven gaat voorbij.
Wanneer je je daar niet tegen verzet maar meebeweegt, kan aan het licht komen wat de echt blijvende waarden van het leven zijn. Je leert relativeren. Je leert om je niet te verzetten tegen het onvermijdelijke. Daar word je empathischer van, meer in- en meevoelend met anderen, want je krijgt meer inzicht in hoe een mensenleven in elkaar steekt. Je wordt realistischer. Je gaat zien wat het belangrijkste is dat een mens in zijn leven leren moet: overgave. Je leert zo ontzag te krijgen voor het geheim dat het leven is: dat het is zoals het is, en dat het een geschenk is. Gaandeweg leer je dat laatste woord zeggen dat ooit van je gevraagd zal worden wanneer je je leven zal moeten loslaten: een woord van overgave aan en vertrouwen in het geheim van God. Net zoals je je elke avond moet overgeven en toevertrouwen aan de slaap. Het kan een zegen zijn om juist over zulke ervaringen met elkaar in gesprek te raken. Want aan activiteiten die alleen maar vrolijk zijn, heb je op den duur niet veel.
Roeping
Op die manier kan je leven een nieuwe betekenis krijgen, een nieuw soort roeping. Je wordt een teken voor de mensen om je heen die denken dat het leven maakbaar is. Dit teken: ‘Mens, je bent geen onkwetsbaar wezen. Je stelt niet iets voor, enkel en alleen omdat je bij het eten niet geholpen hoeft te worden. De echte waarden van het leven zijn meegevoel met anderen, liefde om-niet, betrokkenheid, durven loslaten.’ Een totaal door dementie ontredderde mens zegt het zonder woorden: ‘het leven is onbegrijpelijk, het laatste woord erover is jou niet gegeven, de vraag is enkel of je er behoedzaam mee omgaat, want of je nu gezond bent of niet, jong of oud: alles wat je hebt, heb je gekregen.’
Godzijdank dat er oude en krakkemikkige mensen zijn. Zonder hen zouden we in een steeds onmenselijker wereld terechtkomen.
André Zegveld