Roepingenzondag.

Jezus, de Goede Herder.

Roepingenzondag.

Jezus, de Goede Herder.
Dat roept een enigszins romantisch beeld op van vervlogen tijden.
Vorig jaar nog kwam ik een herderin tegen op de Bergvennen.
Een vrouw met een flinke kudde schapen en een prachtige herdershond.
Ze vertelde me dat ze met haar kudde was ingehuurd en van elders kwam.
Het was een lust om ernaar te kijken.
Wat me opviel is het samenspel van mens en dier.
Het fluitje dat de herdershond aanstuurt!
En de rust.

Herder en schapen.
Als we dat op onszelf toepassen wordt het toch wat problematisch.
Ik denk dat de meeste mensen in onze tijd
zullen steigeren bij de gedachte aan willoze volgzaamheid.
Of kuddegedrag.
Wie wil er nu vergeleken worden met een volgzaam schaap?

Als ons dit – wel heel bijbelse - beeld wordt aangereikt,
wat moeten we daar dan mee in onze tijd?

‘Ik ben de goede Herder’.
Die uitspraak van Jezus
duidt op de eerste plaats op een intieme relatie.
Jezus wil ons niet in bezit nemen, maar naar vrijheid leiden,
naar gemeenschap met God, leven schenken.
Onze relatie met hem rust niet op bezit: het is een liefdesrelatie.

Let maar eens op de verwoording van Johannes:
‘Ik ken de mijnen en de mijnen kennen Mij,
zoals de Vader Mij kent en Ik de Vader ken.
Ik geef mijn leven voor de schapen’. (Joh 10: 14 – 15)
en verderop
‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem,
Ik ken ze, en zij volgen Mij’. Joh 10: 27 – 28)

Kennen en luisteren.
Beide woorden verwijzen in de Bijbel naar een diepere betekenislaag
die intimiteit en liefde suggereert.
Ik ben gekend, wat betekent: ik ben bemind.

En dat brengt ons als vanzelf
bij het thema van deze zondag; roepingenzondag.
Elk van ons is geroepen, elk van ons gekend bij naam.
Elk van ons bemind.
Dat vraagt om een antwoord.
Je geroepen, gekend, bemind weten
is een uitnodiging om bewust in die relatie gaan staan.
Dat betekent consequent Gods aanwezigheid
op het spoor trachten te komen
in het leven van elke dag.

Een toegankelijke manier om dat te doen
is op eind van de dag even terugkijken, een paar minuten:
en peilen naar je gevoelens: waar ben ik geraakt,
uiteindelijk betekent dat waar ben ik God tegengekomen.
Het betekent ook je laten uitdagen.
vanuit die beleefde relatie.

Een goede bekende vertelde me eens van haar moeder
dat ze zwaar ziek was geweest – iedereen dacht dat ze het niet zou halen –
maar ze knapte weer op en zei toen:
‘God wil blijkbaar dat ik nog een tijdlang tegen mensen blijf glimlachen’.
Op het eind van haar leven: de roeping van de glimlach.

Zo is er een eindeloze variatie aan roepingen en charisma’s in de kerk.
Elk van ons is bij naam geroepen.
Niet één keer, maar telkens weer.
En in elke fase van het leven weer opnieuw.
Ik heb een hele goeie vriendin
die haar hele leven actief geweest is in kerk en maatschappij,
als psychotherapeut is ze gespecialiseerd in het begeleiden van mensen,
maar ook op vele andere manieren.
Nu heeft ze Parkinson en is praktisch aan bed gekluisterd.
Ze worstelt enorm met de vraag wat ze nog kan doen
in deze levensfase en met die gezondheidstoestand?
Er zijn. Loslaten. Een enorme uitdaging.

Roeping betekent ook luisteren.
Belangrijk is het dat we naar elkaar luisteren.
Echt luisteren.
Echt luisteren betekent even het centrum buiten jezelf plaatsen.
Paus Franciscus spreekt daarover in zijn boodschap voor deze (roepingen)zondag.
Als onderdeel van het synodaal proces, zo zegt hij
‘Worden wij geroepen om naar elkaar te luisteren met elkaar
op weg te gaan om elkaars gaven en roeping te erkennen
en te peilen waar de Geest ons wil leiden tot ieders welzijn en geluk’.

Ons gebed deze dag is zeker ook voor religieuze roepingen en voor priesters.
Maar vooral ook voor een kerk en maatschappij
waarin ieder tot zijn recht komt.
Onze levens komen tot bloei als we ontdekken wie we zijn,
wat we als talenten hebben meegekregen,
hoe we die kunnen gebruiken
en welke weg we kunnen bewandelen om instrumenten te worden van liefde,
en vooral ontdekken en aanvaarden
dat er één roeping is die we allemaal delen
en dat is om zaadjes te zaaien van hoop en vrede in de wereld.

Fons Eppink