Water wordt wijn. De samenkomst wordt bruiloft.

Water wordt wijn. De samenkomst wordt bruiloft.

Water wordt wijn. De samenkomst wordt bruiloft.

Een uitzinnige liefdesverklaring: dat is wat we horen in de prachtige eerste lezing vandaag: Gij zult niet meer heten ‘de Verlatene’. Uw land niet meer ‘Woestenij’, Maar gij zult heten ‘Mijn Welbehagen, uw land: Gehuwde’.

Jesaja legt het in de mond van God. God zegt het tegen zijn volk Israël, Hij zegt het tegen ons. ‘Ik hou van jou’! Wat zou de wereld er anders uitzien als we dat vaker tegen elkaar zouden zeggen en er ook naar handelen!

Op deze eerste dag van de Week van Gebed om Eenheid is dat de hartstochtelijke uitnodiging aan ons allemaal. Ontmoeting, geloofsdialoog, wederkerigheid, gezamenlijk gebed met medechristenen, en met andersgelovigen, met mensen zonder geloof. Een oproep dus om niet mee te gaan in de storm van polarisatie, verharding, en verkettering die opsteekt in onze tijd, maar zelf de eerste stap te zetten naar contact en verbroedering. De ander niet buitensluiten, maar omarmen.

Het stukje evangelie van vandaag biedt daarbij een verrassend handvat. Net als in de eerste lezing gaat het daar over een liefdesgebeuren, een bruiloft. We beluisterden het relaas van de bruiloft in Kana. Het korte gesprek tussen Jezus en Maria aan het begin van dit verhaal is bij mij altijd een beetje vreemd overgekomen. ‘Ze hebben geen wijn meer!’ ‘Vrouw, is dat uw zaak?’ (Willibrordvertaling). Dat klinkt niet bepaald uitnodigend, eerder bot, onvriendelijk, afstandelijk. Maar het kan ook anders. ‘Betekent dat iets tussen mij en u, vrouwe’ (Naardense bijbel). Dat schurkt dichter aan tegen de oorspronkelijke tekst. Jezus vraagt uitnodigend, welwillend: ‘Wat kun jij voor mij, wat kan ik voor jou?’ ‘Wat kunnen we voor elkaar’ (betekenen)? (K. Waaijman)

De vraag van Jezus is een vraag naar wederkerigheid. Dat blijkt ook uit het vervolg van het verhaal. Maria laat onmiddellijk zien wat zij kan betekenen voor haar zoon. Zij kan mensen vertrouwen inboezemen. Ze kan mogelijke argwaan en vooroordelen wegnemen. ‘Wat hij jullie zeggen zal, doe dat’, zegt ze. Een het gebeurt. Zo kan Jezus opbloeien. Het woord van Maria maakt het Jezus mogelijk zijn liefdeskracht te laten werken. Water wordt wijn. De samenkomst wordt bruiloft. Dat past naadloos bij de dragende gedachte, het thema, van deze week van gebed om eenheid: namelijk ontmoeting, wederkerigheid, dialoog met gelovige mensen van allerlei pluimage We zeggen en bidden samen: ‘Ja, ik geloof’ – ik geloof dat het mogelijk is conflicten op te lossen, bruggen te slaan, verzoening te bewerkstelligen, elkaar tegemoet te komen. Daarmee sluiten we ons ook aan in de rij van ‘pelgrims van hoop’ in dit jubeljaar van de Kerk – een tegenbeweging in een tijd van dreiging, onzekerheid, en angst ook.

Pelgrims van hoop. De bekende Franse Schrijver Charles Péguy heeft daar een prachtig gedicht over geschreven. Geloof, hoop en liefde.

Ik citeer:
Soms kan ik mijn eigen ogen niet geloven.
Geloof en liefde zijn als vrouwen.
Hoop is een heel klein meisje van niks.
Zij stapt op tussen de twee vrouwen
en iedereen denkt: die vrouwen houden
haar bij de hand,
die wijzen de weg.
Maar daarvan heb ik meer verstand,
zegt God, ik zeg:
het is dat kleine meisje hoop
dat al wat tussen mensen leeft
hun heen en weer geloop
licht en richting geeft.
Want het is dat kleine meisje hoop,
je ziet het zwak zijn, bang zijn, beven,
je denkt soms dat het zo onooglijk is
het is dat kleine meisje hoop
dat de mensen zien laat, zien soms even,
wat in het leven mogelijk is.

Jezus vraagt in prachtige taal naar wederkerigheid: ‘Hoe kunnen we elkaar helpen?’ ‘Wat kunnen we voor elkaar betekenen?’ In de ruimte van wederkerigheid die ontstaat als we elkaar in de ogen durven kijken groeit de hoop.

Moge het ons gegeven zijn om zo voor elkaar en voor de vaak onbekende ander een ruimte van ontmoeting te creëren een ruimte waarin we elkaar, ondanks verschillen van inzicht en overtuiging kunnen aanvaarden als geliefde schepselen van God.

Fons Eppink