De boodschap van het feest van Maria Boodschap
Feest van Maria Boodschap. We staan feestelijk bij stil bij de engelenboodschap aan Maria: dat zij genade had gevonden bij God, dat Gods heilige levensadem haar beroerde, en dat zij een kind zou krijgen dat ‘de zoon van de Allerhoogste’ genoemd zou worden, ‘zoon van God.’ We staan bij dit grote geheim stil, niet om er vanuit de verte enkel eerbiedig naar te kijken, maar om het tot ons te laten doodringen, meer en meer: dat hetzelfde gebeuren moet in en met ons, ieder van ons. Want, zei Meister Eckhart ooit, ‘wat heb ik eraan dat het goddelijk mensenkind door Maria is ontvangen en uit Maria is geboren, wanneer niet hetzelfde ook in en met mij gebeurt?’
Het sleutelwoord van dit gebeuren is: geloven. Want je moet erin durven geloven. Dat zal Elisabeth later tegen Maria zeggen: ‘Zalig ben jij, Maria, omdat je erin hebt durven geloven dat dát in jou tot voltooiing zou worden gebracht.’
Geloven, geloof. Geloof is zoiets als een onzichtbare baarmoeder in je, in je geheugen, een baarmoeder, een moederschoot die door het Woord van God wordt geraakt en die dat Woord ter wereld moet brengen, in vlees en bloed. Hoe? We horen dat Woord van God met de oren van ons hoofd tot in de lege moederschoot van ons geheugen. We hebben dat Woord lief, en het groeit en groeit in ons. Hoe? Door onze liefde ervoor en ons verlangen het te begrijpen, meer en meer. En al mediterend en verlangend zitten wij, zoals zwangere vrouwen dat doen, al sokjes te breien voor kleine voetjes die nog niet aan het licht gekomen zijn, voor een kind dat nog geboren moet worden. Zo groeit Gods Woord in ons. En dat nog verborgen en stille Woord van God moet eruit, moet een mens worden van vlees en bloed, zichtbaar en tastbaar, moet vanuit onze innerlijke verborgenheid gedaan worden en aan het licht komen, een mens als wij.
Maria wordt vandaag zalig geprezen omdat zij dit aan zich heeft laten gebeuren, erin geloofd heeft en wat ze geloofde heeft gebaard. ‘Zalig jouw moeder’, zal later zomaar een vrouw tegen Jezus zeggen, ‘omdat zij jou heeft gedragen en gevoed.’ En Jezus dan: ‘zalig veel en veel meer ieder die het Woord van God hoort, het in het hart bewaart en groeien laat, bewaart door het te doen.’ Zalig dus ieder die het Woord van God in geloof ontvangt en uit zich geboren laat worden. Dat geloven we. Dat vieren we vandaag: het levende Woord van God wordt in ons gezaaid, en door het te dragen en aan het licht te brengen, worden we ook zelf opnieuw geboren.
Hoe dat dubbele geboorteproces er uitziet, dat zien we aan de tafel van de eucharistie. ‘Dit ben ik voor jou’ zegt het Woord van God over het brood dat op tafel ligt. En we eten dat Woord met de mond van ons hart, het wordt in ons geboren om eruit te komen, mens te worden, van ik naar jou.
André Zegveld